26 jan Leerlingen Vesaliusinstituut gaan op reis en nemen mee… 23 kilogram brillen: “We krijgen dikwijls emotionele reacties”
Een groep van acht, waaronder twee leerlingen van het Vesaliusinstituut, vertrekken straks naar Banjul.
Straks vertrekken leerlingen van het Vesaliusinstituut, Luna De Vos (18) en Maurane Declerck (17), samen met een team van in totaal acht mensen en 23 kilogram brillen naar Banjul, zusterstad van Oostende, in Gambia. Daar gaan ze de lokale scholieren een bril bezorgen. De stad ondersteunt het project met een subsidie van 3.000 euro.
De stedenband tussen Oostende en Banjul bestaat sinds de ondertekening van het city-to-city charter in 2003. De eerste jaren van de band tussen de badstad en de Gambiaanse hoofdstad werd er vooral afgetast, maar er waren toen al verschillende uitwisselingsreizen tussen Oostende en Banjul met secundaire scholen. Het Vesaliusinstituut trok zo eerder al in 2014, 2016, 2018 en 2020 naar Banjul.
Cruciaal belang
Voor het eerst na de coronacrisis trekt een delegatie van het Vesaliusinstituut, samen met de Oostendse opticien Mieke De Bruycker opnieuw naar Gambia in het kader van het project ‘Brillen voor Gambia’. Voor leerlingen Luna de Vos en Maurane wordt het een unieke ervaring. Ze gaan er aan de slag in zeven scholen in Banjul. “Dit is sowieso een ervaring die je meeneemt naar later”, zegt Luna. “We gaan er elf nachten verblijven en ondertussen leerlingen met zichtproblemen screenen.”
Tussen 15 en 20 januari bezochten burgemeester Bart Tommelein (Open VLD)
en schepen Silke Beirens (Groen) voor de tweede keer de Oostendse zusterstad.
Voor de Gambiaanse jongeren is het project van cruciaal belang. “Zo’n 20 procent van de lokale scholieren ervaart problemen met het zicht”, klinkt het bij Mieke De Bruycker. “Zicht is echter cruciaal om tot goed onderwijs te komen. We nemen immers 80 procent van wat we leren, visueel op. We krijgen dan ook dikwijls emotionele reacties als ze voor het eerst een bril opzetten.”
Bezoek van burgemeester en schepen
Tussen 15 en 20 januari bezochten burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) en schepen Silke Beirens (Groen) voor de tweede keer de Oostendse zusterstad. Het bezoek kaderde in de evaluatie van het lopende EU-project. In 2019 sleepte Stad Oostende immers 3 miljoen euro aan subsidiemiddelen van de Europese Unie in de wacht. Deze middelen kwamen bovenop de bestaande werkingsmiddelen voor de stedenband. Met deze Europese subsidies zet Banjul voluit in op stadsvergroening, klimaatbeheersing, een beter afvalbeleid, sociale inclusie en innovatie. Ook het twintigjarig bestaan van de stedenband Banjul-Oostende werd er gevierd.
Artikel verschenen in Het Nieuwsblad